kop

Modeleiland 3

Columns bieden een goede gelegenheid om bepaalde onderwerpen te analyseren, met ideeën te komen, een discussie teweeg te brengen. Niet klagen, geen persoonlijke aanvallen, maar proberen een constructieve bijdrage te leveren aan het debat over hoe het verder moet met Bonaire. Ik realiseer me ook wel dat ik me kwetsbaar maak met zo’n houding, maar dat hoort er bij als je columns schrijft. Wie kaatst kan de bal verwachten. Op mijn voorstel om Nederland, als uitweg uit de huidige bestuurlijke impasse, enkele jaren de bestuurlijke verantwoordelijkheid over Bonaire te geven zijn veel reacties gekomen. Op sociale media, maar de meeste mensen reageren persoonlijk. Mensen die het eens zijn, maar dat om verschillende redenen niet in het openbaar willen of kunnen zeggen. Liever anoniem blijven. Ik begrijp dat heel goed, maar vind het wel tragisch. De eeuwige cultuur van de angst, de vrees voor represailles. Niet uit te bannen. Triest.

De afgelopen week is er weer van alles op het politieke toneel gebeurd dat mijn blik heeft gescherpt: moties in de Tweede Kamer over het sociaal minimum, het advies van parlementariër André Bosman om op Statia volgend jaar wel een eilandsraad te kiezen maar geen bestuurscollege te benoemen en het uitblijven van resultaten op Statia door ‘Haagse regelzucht’. Slotstuk is een brief van een gepikeerde Knops aan het bestuurscollege van Bonaire, waarin hij opheldering vraagt hoe het kan dat hij begin september positieve gesprekken met het bestuurscollege voerde over het rapport Sociaal Minimum terwijl zijn gesprekspartners dezelfde dag een brief aan hem stuurden met grote kritiek op het rapport. Knops neemt zelfs het woord ‘vertrouwenscrisis’ in de mond. Het zoveelste bewijs dat de huidige situatie met twee bestuurslagen, Rijk en eilandsbestuur, niet werkt.

Nog even in het kort de belangrijkste punten van mijn voorstel. Op Bonaire is de Rijksoverheid de belangrijkste overheid: 85% van het budget dat voor het eiland beschikbaar is, wordt uitgegeven door departementen in Den Haag die de beleidskeuzes maken en prioriteiten stellen. De overige 15% komt als Vrije Uitkering naar de eilandelijke overheid. Het lokale bestuur wordt gekenmerkt door een gebrek aan bestuurskracht, de rijksoverheid door een overmaat aan regelzucht, er is geen provinciale overheid die als buffer kan dienen. Niemand is tevreden hoe het nu gaat, de frustraties en het wantrouwen worden aan beide zijden van de oceaan alleen maar groter. Het idee dat ik heb geopperd is om Nederland tijdelijk ook voor de laatste 15% verantwoordelijk te maken. Met de stevige opdracht om van Bonaire, met ongeveer 20.000 inwoners, een modeleiland te maken: het uitbannen van armoede, het zorgen voor een substantiële middenklasse die kan fungeren als motor voor een gezonde economische en sociale ontwikkeling, het op orde brengen van de infrastructuur en energievoorziening, Bonaire veiliger te maken enz. Ook zal een nieuw bestuursmodel moeten worden ontwikkeld dat de huidige onwerkbare structuur met twee bestuurslagen moet vervangen.

Een belangrijk kritiekpunt op mijn voorstel was het verlies van democratische rechten. Een terechte zorg. Het pleidooi van Bosman om op Statia in plaats van een adviesraad met benoemde leden volgend jaar een eilandsraad te kiezen, heeft me voor Bonaire op een idee gebracht. In plaats van de vijf jaar die ik aanvankelijk voor een tijdelijk Nederlands bestuur in mijn hoofd had, lijkt het me verstandiger om dat terug te brengen tot vier jaar. Het overnemen van het bestuur door Nederland zou geen straf moeten zijn zoals op Statia, maar een manier om na acht jaar tobben uit een vastgelopen situatie te komen. Nieuw element in mijn voorstel is dat de bevolking van Bonaire moet kunnen kiezen of zij wil dat Nederland de eilandelijke taken (15%) overneemt. Het uitgelezen moment daarvoor zijn de verkiezingen voor de eilandsraad van 20 maart 2019.  Hoe dat in zijn werk gaat? Simpel. Er wordt wel een nieuwe eilandsraad gekozen, maar de eilandsraad benoemt geen gedeputeerden. Bonaire heeft een ander gesprek met het Nederlandse kabinet wanneer de bevolking zelf voorstelt om de eilandelijke taken over te laten nemen dan bij ongevraagd bestuurlijk ingrijpen; dan sta je met de rug tegen de muur. Terzijde, het geld dat wordt bespaard met het niet benoemen van gedeputeerden en politieke medewerkers wordt in het armoedebeleid gestoken.

Ik heb de afgelopen dagen nog eens de verkiezingsprogramma’s van vier jaar geleden gelezen. Meer Bonaire in Nederland, Bonaire als de kroon van het Koninkrijk en voorstellen wat betreft de staatkundige structuur. Verder veel voornemens om de levensstandaard te verbeteren, wat aan de wegen te doen enz. Mooie woorden, waar in de praktijk niet veel van terecht is gekomen. Het klinkt misschien gewaagd, maar ik doe een oproep aan de politieke partijen op Bonaire om bij de aanstaande verkiezingen niet opnieuw met wensenlijstjes te komen, maar serieus na te denken om Nederland gedurende vier jaar verantwoordelijk te maken voor de taken van het bestuurscollege. Er hoeft maar één partij te zijn die dit in haar programma opneemt om kiezers de kans te geven daar vóór of tegen te stemmen.

Krijgen partijen met dit programmapunt de meerderheid bij de verkiezingen voor de eilandsraad, dan kan Den Haag niet anders dan instemmen: een ‘offer they can’t refuse’. Duidelijk is ook dat, gezien de ervaringen op Statia, de Rijksoverheid haar werkwijze zal moeten veranderen wil ze succesvol zijn in de opdracht om van Bonaire een modeleiland te maken. Want als het hier misgaat, is ook meteen klip en klaar wie daarvoor verantwoordelijk is.

Lees ook:  deel 1 en deel 2

Trix van Bennekom schreef: Abraham, kroniek van een politieke dynastie en De tragiek van Bonaire, Nederlands onvermogen op een eiland waar niets is wat het lijkt. Beide boeken zijn op Bonaire te koop zijn bij Addo’s Bookstore, op Curacao bij Mensings Caminada en Bruna en in Nederland bij iedere boekhandel of online te bestellen.