kop

MAAPP Award uitgereikt

 

De MAAPP Award 2011 is toegekend aan Oscar Jacoba.

De onderscheiding, bestaande uit een gouden speld en een glazen plaquette met inscriptie, is drie jaar geleden in het leven geroepen om vrijwilligers die zich op een uitzonderlijke wijze inzetten voor de Antilliaans/Arubaanse gemeenschap in Nederland in het zonnetje te zetten.

De op 8 december 1944 in Willemstad geboren Jacoba was maandagavond met een smoesje door zijn dochter meegelokt van zijn woonplaats Almere naar Den Haag. Pas toen MAAPP-voorzitter zijn geboortedatum noemde, drong het tot hem door wat het eigenlijke doel van het uitstapje was.

Typerend voor Jacoba: Terwijl het feestje nog in volle gang is, gaat zijn telefoon over. Aan de lijn is een Curaçaoënaar, net in Nederland aangekomen en dringend verlegen om iemand die hem met raad en daad bijstaat. Helpen zit Jacoba in de genen, zo maakte MAAPPvoorzitter Raymond Labad duidelijk in zijn toelichting op de toekenning.

Opgegroeid tussen acht broers en elf zusters in de wijk San Soucis meldde Jacoba zich al op jonge leeftijd als vrijwilliger bij de padvinderij. Ook stak hij buiten schooltijd graag de handen uit de mouwen voor het bisdom. Na de mulo werkte hij vier jaar bij de CPIM (de voorloper van Shell Curaçao) om in 1964 met veertien andere jonge eilandgenoten naar Nederland te verhuizen en daar bij de Nederlandsche Dok en Scheepsbouw Maatschappij aan de slag te gaan.

Het bloed kroop waar het niet gaan kon: Ook al had hij weinig vrije tijd want in de avonduren studeerde hij werktuigbouwkunde, Jacoba stond klaar om te helpen waar geholpen moest worden. Hij raakte betrokken bij het Antilliaans Kontakt, Antilliaanse studenten in Amsterdam, Kapel Zusters van Liefde, de organisatie van dominotoernooien en discussiebijeenkomsten, de Stichting Nanzi waarvan hij vijf jaar voorzitter was, trad op als leek voor verschillende pastoors, was koster, richtte een koor op, was voorzitter van de honk- en softbalvereniging OVVO, adviseerde de kerk en de gemeenten Amsterdam en Almere, stond in Almere aan de wieg van de honkbalclub Polmerians en was 18 jaar vrijwillig politieagent in de hoofdstad. In al die jaren was zijn huis - eerst in Amsterdam, later in Almere - een zoete inval. Als bezoekers het troffen, had de gastheer net zijn beroemde Boonchi di cashipete gemaakt. De laatste twintig jaar voor zijn pensionering was hij werkzaam bij het energiebedrijf Nuon.

Voor de onafhankelijke commissie die over de toekenning van de jaarlijkse MAAPP Award beslist, was er geen twijfel mogelijk wie dit jaar de uitverkorene moest worden. Des te groter was de verrassing voor de bescheiden Jacoba zelf. ,,Van de 24 uur die in een dag zitten, ben ik er zeker 18 van huis. Dat ik zo veel heb kunnen doen, is dan ook te danken aan mijn vrouw en kinderen. Zij hebben altijd achter mijn vrijwilligerswerk gestaan, zonder hun steun was het me niet gelukt”, zo betrok Jacoba zijn echtgenote met wie hij 44 jaar geleden in het huwelijksbootje stapte en zijn twee kinderen bij de feestvreugde.

Labad en ook plaatsvervangend Gevolmachtigde minister Humphrey ‘Pim’ Senior benadrukten het belang van vrijwilligerswerk. Beiden wezen erop dat de Nederlandse regering besloten heeft te stoppen met het financieren van projecten voor specifieke doelgroepen zoals Antillianen/Arubanen en dat de gemeenschap steeds meer op zichzelf aangewezen is om zich staande te houden. ,,Het werk van vrijwilligers wordt daardoor alleen maar belangrijker”, concludeerde Labad. Aan Jacoba zal het niet liggen. Die deed in zijn dankwoord de belofte nog lang te zullen doorgaan want de problemen waar de Antilliaans/Arubaanse gemeenschap in Nederland tegenaan loopt, zijn vele malen ingewikkelder dan toen hij zelf 47 jaar geleden emigreerde. ,,Wij waren welkom, wij werden als een stukje goud behandeld. Nederland zat om vakmensen te springen. Als we al ergens last van hadden dan was het hooguit heimwee. Het klimaat is omgeslagen rond de onafhankelijkheid van Suriname toen er veel Surinamers naar Nederland kwamen. Gaandeweg werden wij anders bejegend, werd er veel negatiever gesproken over ons gesproken.” Met lede ogen kijkt Jacoba naar hoe een (klein) deel van de Antilliaanse jongeren ontspoort. ,,Veel heeft te maken met de opvoeding. Het gaat om normen en waarden.”

bron: Antilliaans Dagblad