kop

Het ware verhaal achter de slavenhutjes op Bonaire

 

Maar weinig mensen weten wat het échte verhaal is achter de ‘slavenhutjes’ op Bonaire. Gidsen op het eiland vertellen dat het de slaapplek was voor tot slaaf gemaakte mensen die op de zoutpannen werkten. Maar dat is helemaal niet waar, vertelt geschiedeniskenner Bòi Antoin.

Hij heeft zaterdag uitleg gegeven aan de koninklijke familie over de ‘slavenhutjes’ bij Witte Pan. Caribisch Netwerk sprak Antoin vooraf.

Wat is dan precies het echte verhaal achter de slavenhuisjes?

“Dat deze zijn gebouwd door Nederland als propaganda. Om te laten zien aan de wereld: kijk naar ons, wij verzorgen onze slaven goed. Kijk maar, ze slapen niet in hun eigen hutten, maar in stenen huisjes.”

“Propoganda, want ze zijn gebouwd in 1850 en in 1863 werd de slavernij afgeschaft. Nederland wist dus al dat het systeem niet uit te houden was. Ik zal dit ook vertellen aan de koning en koningin als zij de slavenhuisjes bezoeken. Ik heb dit ook onlangs nog aan minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) verteld.”

Dus de tot slaaf gemaakte mensen hebben daar niet echt in geslapen?

“Er waren soms 400 mensen aan het werk in de zoutpannen. Hoe kunnen die slapen in 30 hutjes? Gidsen vertellen aan toeristen dat zes man in zo’n hutje hebben geslapen. Dat kan sowieso niet. Echt, maar maximaal twee mensen kunnen daarin slapen.”

“Het was gewoon beschutting tegen de zon, want die slaven woonden in Rincon. Toch blijven de mensen geloven dat de slaven daar hebben gewoond. Wat zouden ze daar doen in de regentijd? Dan is er geen zout.”

“Het verhaal over de slavernij moet bekender worden. Bijvoorbeeld, ook over het feit dat er op Bonaire ook zogenaamde particuliere slaven waren. Een kwart van het aantal was in particulier bezit. Dat is interessant om te weten, want niemand heeft het daarover.”

Hoe bedoelt u dat? 

“De meesten waren gouvernementsslaven. Het eiland Bonaire was bezit van de West-Indische Compagnie tot 1791. Daarvoor mocht niemand zich op Bonaire vestigen, dus in die tijd waren er alleen slaven van de WIC. Toen zij failliet gingen, kreeg Bonaire een andere status. Toen kwamen er zakenmensen uit Curaçao mét hun slaven.”

“Ik heb een lijst met 150 van die particuliere slaven. De families wonen nog steeds op Bonaire. De vaderskant van mijn familie komt van die particuliere slaven. Zij konden de achternaam niet krijgen van een eigenaar. Slaven van Schotborg werden dan Borgschot. Antoin komt van Sint Anthony.”

“Nakomelingen van WIC-slaven hebben vaak een Afrikaanse achternaam, zoals Wanga, Janga, Coffie, ga zo maar door. Of namen die van toepassing waren op karakter, zoals Goedgedrag. Maar bijvoorbeeld ook achternamen die oorspronkelijk vrouwennamen waren, zoals Bernabela, Oleana of Dorotea.”

Vindt u dat de mensen op Bonaire goed op de hoogte zijn van de geschiedenis over het slavernijverleden?

“Nee, helemaal niet. Dit wordt niet op scholen onderwezen. Ik heb dat ook nooit gekregen. Ik heb nooit gehoord dat er slavenopstanden waren op Bonaire en ik dacht toen ik klein was dat Piet Hein een held was. Momenteel zijn we lesmateriaal aan het ontwikkelen voor scholen.”

Wat vindt u het belangrijkste om aan de koninklijke familie te vertellen?

 “Ik heb geloof ik maar 5 minuten, maar ik ga gewoon vertellen wanneer het is gebouwd en ook over de propaganda. Het ergste vind ik dat Bonaire werd gebruikt om slaven te ‘fokken’. Dat was toen de slavenhandel werd afgeschaft en er geen aanvoer meer was van slaven uit Afrika. Misschien komt het wel hard aan bij de koning en koningin als ik dat vertel.”

We zien veel toeristen vrolijk selfies maken bij de slavenhuisjes. Wat vindt u eigenlijk daarvan?

Dat is geen probleem voor mij, hoor. Een paar jaar geleden ging er een video rond van een paar Bonairiaanse meisjes die daar seksueel bezig waren, dát vond ik wel erg. En toeristen die hun auto’s tussen de hutjes parkeren. Dat is geen respect hebben voor die plek.”

“Ik vind het wel erg dat mensen soms staan op het monument van de Tweede Wereldoorlog in het Wilhelminapark. Gewoon op namen van de slachtoffers, maar met een foto zorg je niet voor schade.”

Bron: 28 januari 2023 | Marit Severijnse