kop

bilaterale regeling ter voorkoming van dubbele belasting

 

Hoofdlijnen nieuwe BRK tussen Nederland en Curaçao, alsmede toepassing artikel 35a huidige BRK. 

Internationale fiscale mededeling van 12 december 2011, IFZ. 2011-793

In deze mededeling worden de hoofdlijnen aangegeven van een nieuwe bilaterale regeling ter voorkoming van dubbele belasting (BRK) tussen Curaçao en Nederland. Daarnaast wordt ingegaan op toepassing van artikel 35a van de huidige BRK. Tot slot wordt ingegaan op afspraken over handel en doorvoer van goederen van Curaçao naar Caribisch Nederland.

1. Inleiding

Curaçao en Nederland hebben op hoofdlijnen een akkoord bereikt over een nieuwe bilaterale regeling ter voorkoming van dubbele belasting (BRK) tussen beide landen. Deze regeling zal met ingang van 1-1-2013 moeten gaan gelden en is geënt op het OESO-modelverdrag.

2. Hoofdlijnen nieuwe BRK en toepassing artikel 35a huidige BRK

  • Tot 5 jaar na emigratie kan erf- en schenkingsrecht worden geheven onder verrekening van de heffing in het andere land (subsidiair heffingsrecht);
  • een informatie-uitwisselingsbepaling conform de internationale standaard, waarbij Curaçao bovendien overweegt om over te gaan tot automatische informatie-uitwisseling onder de EUspaartegoedenrichtlijn;
  • naast een bronheffingspercentage voor dividenden van 15% zal er voor actieve vennootschappen een nulprocenttarief komen op deelnemingsdividend. Hierbij zal worden voorzien in een  zogenoemde ‘limitation on benefitsbepaling’;
  • voor bestaande participaties van ten minste 25% die niet in aanmerking komen voor het nulprocenttarief geldt tot uiterlijk eind 2019 een bronheffingspercentage op deelnemingsdividenden van 5%;
  • in 2012 blijft, vooruitlopend op de nieuwe BRK, artikel 35a van de huidige BRK achterwege met betrekking tot de toepassing van artikel 17, derde lid, onderdeel b, van de Wet Vpb 1969, met dien verstande dat dit laatste artikel niet wordt toegepast;
  • voor niet overheidspensioenen geldt een gedeeld heffingsrecht met een bronstaatheffing van 15% in combinatie met eerbiedigende werking (woonstaatheffing) voor ingegane pensioenen van Nederlanders die reeds op Curaçao wonen;  een regeling voor onderling overleg met de mogelijkheid van (verplichte) arbitrage;

3. Afspraken over handel en doorvoer van goederen van Curaçao naar Caribisch Nederland

  • Daarnaast zijn de volgende afspraken gemaakt over de handel en doorvoer van goederen van Curaçao naar Caribisch Nederland: 
  • Curaçao en Nederland zijn van mening dat het goederenverkeer tussen Curaçao en Caribisch Nederland alsmede de doorvoer van goederen via Curaçao naar Caribisch Nederland en andersom zo min mogelijk fiscale belemmeringen moet ondervinden.
  • In dat kader hebben Curaçao en Nederland met elkaar afgesproken dat alle uit ‘derde landen’ afkomstige goederen via Curaçao respectievelijk Caribisch Nederland, onder een douaneregeling, zonder heffingen kunnen worden doorgevoerd naar Caribisch Nederland respectievelijk Curaçao.
  • Tevens is afgesproken dat goederen die zijn vervaardigd op of zich in het vrije verkeer bevinden in Curaçao of Caribisch Nederland, zonder heffing van omzetbelasting respectievelijk Algemene bestedingsbelasting kunnen worden geëxporteerd naar onderscheidenlijk Caribisch Nederland of Curaçao.
  • Deze belastingvrijstellingen zullen, voor zover thans al niet mogelijk zijn op grond van bestaande wet- en regelgeving, op zo kort mogelijke termijn worden geëffectueerd.
  • Curaçao en Nederland zullen de beoogde uitwerking van deze vrijstellingen, de toepassing daarvan en controle daarop van de betrokken belastingdiensten uiterlijk op 1 mei 2012 in een convenant vastleggen.
  • Curaçao en Nederland hebben voorts de intentie uitgesproken dat eveneens zal worden bezien welke mogelijkheden er zijn om goederen die in Curaçao of in Caribisch Nederland zijn geproduceerd (“oorsprongsgoederen”) zonder belastingheffing bij invoer te importeren op respectievelijk Caribisch Nederland en Curaçao. Bij de bestudering van de mogelijkheden daartoe zal onder meer worden bezien:
    • of en zo ja op welke wijze een dergelijke regeling inpasbaar is in het belastingstelsel van Curaçao en/of Caribisch Nederland, rekening houdend met budgettaire consequenties en neutraliteit van dat stelsel ten opzichte van lokale producenten van dergelijke goederen, en;
    • welke mogelijkheden er zijn voor verdergaande douanesamenwerking tussen Curaçao en Caribisch Nederland en wellicht, op langere termijn, voor een Douane-unie tussen beide landen.